blog

Ultrabewerkt voedsel

Overmatige consumptie van ultrabewerkt voedsel is ongezond.

Volgens voedselwaakhond Foodwatch bestaat nu 70 procent van het aanbod in de supermarkt uit ultrabewerkt voedsel.

Van ‘raw food’ worden we niet gezonder, maar ultrabewerkt voedsel – het andere uiterste – brengt ook risico’s met zich mee. Toch ligt de supermarkt vol met industrieel gemaakte koekjes, verpakte snacks en instantsauzen.

Omdat de term bewerkt voedsel op zoveel verschillende manieren kan worden geïnterpreteerd, zijn er ook vrij expliciete definities van de mate van bewerking. Braziliaanse onderzoekers bedachten de term ultra-processed food voor sterk bewerkt voedsel dat we vanwege de gezondheid zo veel mogelijk zouden moeten mijden.
Vaak zijn veel nuttige voedingsstoffen in die bewerking verloren gegaan (bijvoorbeeld de vitamines en vezels uit granen zitten niet meer in de bloem waarvan koekjes worden gebakken; in frambozensiroop zitten niet meer de vezels en voedingsstoffen uit fruit).
Volgens voedselwaakhond Foodwatch bestaat nu 70 procent van het aanbod in de supermarkt uit ultra­bewerkt voedsel. Een uitgekiende samenstelling van smaken en textuur maakt ze voor de meeste consumenten onweerstaanbaar, ideaal voor de lekkere trek.
Ze zijn dan ook bij uitstek in overmaat aanwezig op plaatsen waar mensen smachten naar een snack. Bijvoorbeeld op treinstations, tankstations, schoolkantines en rondom de scholen, rond wachtruimtes van ziekenhuizen, recreatievoorzieningen en in drukke winkelstraten.

Een hoge consumptie van ultrabewerkt voedsel is niet noodzakelijkerwijs een verschijnsel van moderne samenlevingen. Binnen Europa zijn er bijvoorbeeld grote verschillen. Zo blijkt uit onderzoek dat de Portugezen en Italianen maar 10 tot 13 procent van hun calorieën uit ­ultrabewerkt voedsel halen terwijl dat voor de Duitsers ruim 46 procent is. Hoeveel dat is in Nederland weten we niet, maar het is waarschijnlijk vergelijkbaar met Duitsland.
Portugezen en Italianen hechten naar het lijkt meer aan hun vooroorlogse eetcultuur dan wij. De opmars van ultrabewerkt voedsel lijkt minder het gevolg van tijdgebrek dan een zaak van cultuur en prioriteit. Voor weinig geld en in weinig tijd is het heel goed mogelijk om van basisproducten een maaltijd te bereiden. De kennis en vaardigheden die daarvoor nodig zijn, zijn echter voor een groot deel verloren gegaan.

Canadese onderzoekers rekenden uit dat het aandeel dagelijkse calorieën uit ultrabewerkt voedsel toenam van 29 procent in 1938 tot 62 procent in 2011. Natuurlijk is dat voor een groot deel een reflectie van het feit dat de manier van eten en koken enorm veranderd is.
Van de doorsnee traditionele zelfbereide maaltijd van het gezin naar een meer individueel snackend eetpatroon buitenshuis of een thuis opgewarmde of thuisbezorgde maaltijd die men met het bord op schoot eet voor de tv.

Het is niet heel verbazingwekkend, maar in een groeiend aantal onderzoeken werd vastgesteld dat een hoge inname van ultrabewerkt voedsel samenhangt met een verhoogd risico op type 2 diabetes, hart- en vaatziekten, kanker en een afname in de levensverwachting.

Van onbewerkt tot ultrabewerkt
Wereldwijd gebruikt de wetenschap (onder meer de Wereld voedselorganisatie, maar ook voedselwaakhond Foodwatch) de zogenoemde NOVA-classificatie om de mate van voedselbewerking aan te duiden. ­Fabrikanten hoeven deze kwalificatie niet te gebruiken op etiketten.

Groep 1 Onbewerkt of minimaal ­bewerkt voedsel (gedroogd, gemalen, gekookt, geroosterd, bevroren enz.).
Groep 2 Bewerkte culinaire in­grediënten zoals olie, boter, suiker, zout, azijn, gemaakt uit voedsel uit groep 1 en gebruikt om voedsel uit groep 1 mee te bereiden.
Groep 3 Bewerkt voedsel: kaas, brood, ingeblikte vis. Meestal gemaakt door ingrediënten uit groep 2 toe te voegen aan die uit groep 1 om ze houdbaarder en lekkerder te maken.
Groep 4 Ultrabewerkt voedsel en drank: bevat doorgaans niet of nauwelijks intact voedsel uit groep 1. Wordt op grote schaal gemaakt op basis van industrieel bewerkte vetten en eiwitten, zetmeel en suikers (transvetten, soja-eiwit isolaat, fructoserijke maïssiroop, maltodextrine) en met ­toevoegingen als synthetische kleurstoffen, smaakversterkers, glans­middelen, emulgatoren, zoetstoffen.
Voorbeelden van ultrabewerkt voedsel: industrieel gemaakte koekjes, roomijs, frisdrank, zoete en hartige verpakte snacks en repen, instantsauzen en soepen en toetjes.

Lees het gehele artikel uit Het Parool hier

Wil jij leren hoe je kunt koken zonder het gebruik van pakjes en zakjes? Kijk dan hier voor de Kook je fit workshop!

You Might Also Like